Inclusief onderwijs begint met samenwerking en verbinding

Miniconferentie Inclusief meertalig onderwijs

 

‘Het aantal meertalige leerlingen neemt exponentieel toe, terwijl maar 16 procent van de leraren zich goed voorbereid voelt.’ Met dat confronterende inzicht opende keynote-spreker Orhan Agirdag de miniconferentie Inclusief meertalig onderwijs op 7 oktober. Cijfers die voor heel Nederland gelden, en wat de Brainportregio wakker heeft geschud om dit de afgelopen jaren aan te pakken. Deze bijeenkomst bracht professionals samen van de programma’s Inclusive Teaching Academy, Samen Leren in Diversiteit en Van Alle Talen Thuis.

 

Thomas Tuerlings, Helmondse wethouder Jeugd, Onderwijs en Gezondheid, trapt af via een videoboodschap: ‘Een gemeenschap waarin iedereen mee kan doen en gelijke kansen krijgt, dat is mijn ambitie. En dat betekent ook: goed inspelen op meertaligheid. Daarom vind ik het super dat jullie vandaag samenkomen.’ Ook Monique Mols, Head of Media Relations bij ASML, was aanwezig: ‘We willen als bedrijf bijdragen aan goed onderwijs, omdat onze internationale medewerkers invloed hebben op de regio. Waar we kunnen helpen – met kennis, mensen of middelen – dan doen we dat graag.’

 

Van theorie naar praktijk

Daarna stond er een keynote-lezing van Orhan Agirdag op de planning. Een veelgevraagde spreker op het gebied van inclusie en diversiteit. Waar hij begon met theoretische informatie, gaf hij vervolgens concrete handvatten die de leraren toe kunnen passen in de praktijk. Een belangrijk inzicht: ‘Leraren zijn nog niet goed voorbereid op de komst van zoveel meertalige leerlingen’, vertelt hij. ‘Ondanks dat het Nederlandse taalbad steeds minder voorkomt, vindt toch nog 65 procent van de leraren dat kinderen alleen Nederlands moeten spreken op school. De thuistaal van een kind moet het Nederlands niet vervangen, maar het zorgt ervoor dat de leerling toch mee kan met de les voordat het kind vloeiend Nederlands spreekt.’

 

Inspiratie en verhalen

Na het plenaire deel gingen deelnemers in zogenoemde kampvuursessies met elkaar in gesprek. Met het achtergrondgeluid van een knetterend kampvuur op het digibord, gingen verschillende betrokkenen met elkaar in gesprek over hoe je kunt bijdragen aan een inclusieve en meertalige omgeving. Ook was er ruimte voor discussie. En in de living library vertelden ervaringsdeskundigen over thema’s als niet-aangeboren hersenletsel, doofheid en laaggeletterdheid. Want diversiteit gaat verder dan taal of afkomst. ‘Door in gesprek te gaan, begrijpen leraren beter hoe het is om als leerling met zulke uitdagingen op school te zitten’, legde een van de deelnemers uit.

 

Samenwerken en van elkaar leren

Tijdens het afsluitende panelgesprek deelde Barbara Butta haar verhaal, van haar jeugd in Roemenië tot haar werk in Eindhoven: ‘Op mijn eerste werkdag bij de bibliotheek in Eindhoven zag ik een Roemeens boek in de schappen staan, en het voelde als thuiskomen. Het is iets kleins, maar voor mij betekende dat heel veel.’

 

De dag eindigde met een gezamenlijk inzicht: inclusief en meertalig onderwijs vraagt niet alleen kennis, maar ook om samenwerken en de wil om te leren van elkaars verhalen.